200807605/3/R1.
Datum uitspraak: 15 mei 2009
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak
van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
op een verzoek van:
het
college van burgemeester en wethouders van Steenwijkerland
en de vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Euro Investors
B.V.,
verzoeksters,
om
opheffing (artikel 8:87 van de Algemene wet bestuursrecht) van de bij
uitspraak van 18 februari 2009,
in zaak nr. 200807605/2,
getroffen voorlopige voorziening in het geding tussen onder meer:
1.
[verzoeker sub 1], wonend te [woonplaats], gemeente Steenwijkerland,
2. de stichting Stichting tot behoud van Wetering
en omstreken, gevestigd te Wetering, gemeente Steenwijkerland,
en anderen,
3. de stichting Stichting Natuur- en
Milieuplatform Steenwijkerland, gevestigd te
Steenwijk, gemeente Steenwijkerland,
en
het
college van gedeputeerde staten van Overijssel,
verweerder.
1.
Procesverloop
Bij uitspraak van 18 februari 2009 heeft de voorzitter bij
wijze van voorlopige voorziening het besluit van het college van
gedeputeerde staten van Overijssel (hierna: het college) van 19 augustus
2008, kenmerk 2008/0115539, geschorst, met uitzondering voor zover het
betreft de plandelen met de bestemming "Woondoeleinden 1",
"Woondoeleinden 2", "Woongebouw" en
"Dagrecreatieve doeleinden".
Bij
brief, bij de Raad van State ingekomen op 7 april 2009, hebben het college
van burgemeester en wethouders van Steenwijkerland
(hierna: het college van burgemeester en wethouders) en de vennootschap met
beperkte aansprakelijkheid Euro Investors B.V.
(hierna: Euro Investors B.V.) de voorzitter
verzocht deze voorlopige voorziening op te heffen.
Van de
zijde van het college van burgemeester en wethouders en Euro Investors B.V., de stichting Stichting
Natuur- en Milieuplatform Steenwijkerland,
[verzoeker sub 1] en het college zijn nadere stukken ontvangen.
De
voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 24 april 2009, waar
het college van burgemeester en wethouders, vertegenwoordigd door A. van de
Nadort en A.P. van der Wal, ambtenaren in dienst van de gemeente, Euro Investors B.V., vertegenwoordigd door mr. A.C. van
Langen, de stichting Stichting tot behoud van
Wetering en omstreken en anderen, vertegenwoordigd door mr. S. Maakal, advocaat te Heerenveen en de stichting Stichting Natuur- en Milieuplatform Steenwijkerland,
vertegenwoordigd door [gemachtigde], zijn verschenen.
Buiten
bezwaren van partijen zijn ter zitting nog stukken in het geding gebracht.
2.
Overwegingen
2.1. Het
oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend
in de bodemprocedure.
2.2.
Gelet op het verhandelde ter zitting stelt de voorzitter aan de hand van
het bestreden besluit en het raadsbesluit vast dat de raad van de gemeente Steenwijkerland bij besluit van 22 april 2008 zijn
besluit van 23 oktober 2007 tot vaststelling van het bestemmingsplan
"Woon en recreatiepark Scheerwolde"
heeft ingetrokken en dit bestemmingsplan vervolgens opnieuw heeft
vastgesteld, zonder dat het ontwerpplan opnieuw ter inzage heeft gelegen.
Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen in haar uitspraak van 7 maart 1997 in zaak nr.
E01.95.0006 (aangehecht ter voorlichting van partijen), biedt de Algemene
wet bestuursrecht noch de Wet op de Ruimtelijke Ordening mogelijkheden tot
het in dit stadium van de procedure inbrengen van een (opnieuw) vastgesteld
plan met de bedoeling deze procedure overigens ongewijzigd voort te zetten,
zonder dat de voorafgaande stadia zijn doorlopen. Gelet hierop is de
voorzitter voorshands van oordeel dat, anders dan
het college heeft overwogen, aan dit plan ten onrechte geen terinzagelegging van het ontwerpplan ten grondslag
heeft gelegen. De voorzitter acht het dan ook niet uitgesloten dat het
besluit omtrent goedkeuring van het college van 19
augustus 2008 om deze reden in de bodemprocedure zal worden vernietigd.
2.3.
Daarenboven overweegt de voorzitter dat in de uitspraak van de voorzitter
van 18 februari 2009 onder meer is overwogen dat de vraag of het plan
significante gevolgen kan hebben en of daarom een passende beoordeling van
de gevolgen van het plan voor De Wieden en De Weerribben had moeten worden
gemaakt, in de bodemprocedure dient te worden beantwoord. De voorzitter ziet
thans geen aanleiding voor een ander oordeel. Te meer nu niet buiten
twijfel is of het rapport "Ecologische Toetsing Recreatiepark Scheerwolde, integratie en aanvulling bestaande
toetsingen" van ecologisch onderzoeksbureau Altenburg en Wymenga van 25 maart 2009 een volledig antwoord geeft
op de vraag of is uitgesloten dat de aanleg van het recreatiepark,
inclusief recreatieplas, significante effecten heeft op De Wieden en De
Weerribben, aangezien in dit rapport bijvoorbeeld geen aandacht wordt
besteed aan de geluidbelasting op deze gebieden in de aanlegfase.
2.4.
Gelet op het vorenstaande wijst de voorzitter het verzoek af.
2.5. Voor
een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3.
Beslissing
De
voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht
doende in naam der Koningin:
wijst het
verzoek af.
Aldus
vastgesteld door mr. J.C.K.W. Bartel, als voorzitter, in tegenwoordigheid
van mr. K.M. Gerkema, ambtenaar van Staat.
w.g.
Bartel w.g. Gerkema
voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken
in het openbaar op 15 mei 2009
472.
|