ontstaan en doel
wie zijn we
nieuws
projecten
jaarverslagen
natuurinfo
weerribben en wieden
contact
links

Natuur in de gemeente Steenwijkerland

Nationaal park Weerribben-Wieden. Dit bestaat uit de moerasgebieden Wieden en Weerribben. Er zijn overeenkomsten: beiden bestaan uit moerasbos, riet en trilveen. Beiden zijn ontstaan door turfwinning. Door afgraven van turf ontstond open water (weren). Tussen de weren liet men stroken over om de turf op te laten drogen: de ribben.
Er zijn ook verschillen:
-Wieden grotendeels eigendom van Natuurmonumenten, de Weerribben van Staatsbosbeheer.
-In de Wieden werd in een eerdere periode met turfsteken begonnen. Er waren nog geen regels over de veilige breedte van de ribben. Dat had gevolgen:
lees meer
Woldberg "De Woldberg is gelegen op een stuwwal, die is ontstaan in de Riss-ijstijd, 100.000 jaar geleden, de op één na laatste ijstijd.. Het ijs is afkomstig van de Oostzee, heeft geweldige hoeveelheden keien, zand en grind met zich meegenomen. Na de ijsstijd toen de tempaatuur opliep werd dit materiaal afgezet, het zgn. keileem; dit keileem heeft op sommige plekken een dikte van 7 tot 8 meter.
Gedurende de laatste ijstijd (de Würmijstijd) 8000 jaar geleden, bereikte het landijs ons land niet. Maar door klimaatsveranderingen is de invloed ervan erg groot geweest. Tijdens deze ijstijd werd mret westelijke winden zand, vanuit rivierafzettingen en de Noordzee, die toen droog stond, over ans land gevoerd en afgeaet, het zgn. dekzand. Dit dekzand is vooral op de wat lagere delen afgezet. Er ontstond zo een golvend landschap. Het complex "de Woldberg" heeft een sterk hoogteverschil, het gaat van 0 N.A.P. tot +25 m. N.A.P. en is daarmee tevens het hoogste punt van NW-Overijssel."....: citaat Jan Spijkerman (staatsbosbeheer)
Er is voornamelijk loofbos met ook wat vennetjes. Veel statige oude beuken, waar tussendoor een mooi uitzicht op Steenwijk is te zien. Door de afwisseling van verschillende terreintypen is het gebied rijk aan flora an fauna. Hulst, Lelietjes van dalen, Dalkruid, Salomonszegel, Waterdrieblad zijn enkele van de vele plantensoorten die er voorkomen. Ook vele bosvogelsoorten (o.a. uilen, boomklevers, bonte vliegenvangers etc.) zijn er wel te beluisteren of te zien. OOk veel zoogdieren en reptielen en amfibiën komen er voor.
Eese Landgoed met statige lanen, rijk aan o.a.paddenstoelen,...Er liggen grafheuvels, een teken dat het al heel vroeg door mensen werd bewoond.
Uit aardwaardenpark.nl: " Het landgoed De Eese ligt op een gestuwde zijmorene van het boogvormige stuwwalcomplex van Steenwijk uit de voorlaatste ijstijd, de Saale ijstijd of Saalien. De vlakte ten zuiden van het Landgoed De Eese is van oorsprong een glaciaal tongbekken. Op het kaartje is het goed voor te stellen dat in dit bekken de ijslob lag, die de stuwwal gevormd heeft. Na het afsmelten van het landijs is het tongbekken opgevuld met grof zand. Dit zand werd aangevoerd door een glaciale rivier, die bij Steenwijk door de stuwwal is gebroken is. Nu stroomt er de Steenwijker Aa. Ten zuiden van de stuwwalboog voerde de Oervecht, een voorloper van de Overijsselse Vecht, in een breed dal smeltwater af naar het westen. De Oervecht was zo’n 10-15 km breed. Ook Duitse rivieren zoals de Ems, Elbe en Weser die werden geblokkeerd èn gevoed door het ijsfront, stroomden via dit brede dal door Nederland. Door de eroderende werking van deze Oervecht is de helling van het stuwwalcomplex van Steenwijk hier messcherp afgesleten.
De stuwwal zelf bestaat uit gestuwde keileem (grondmorene) en gestuwde glaciale zanden van vóór de landijsbedekking in het Saalien (Formatie van Eindhoven). Deze zanden die overal onder de keileem van het Drentsplateau liggen komen juist door de stuwing van het landijs op het Landgoed de Eese aan de oppervlakte. Tijdens de laatste ijstijd, het Weichselein, is op de zuidoost helling van de stuwwal door verstuiving dekzand afgezet. Na deze jongste ijstijd is één van de dekzandruggen opnieuw verstoven en is een ovale uitgestoven laagte met zandduinen gevormd. Dit complex is een zeer gaaf voorbeeld van het proces van winderosie en van het fenomeen uitblazingsbekken."
Wallen- en slagenlandschap Lieflijk, zacht glooiend landschap met langerekte akkers en weiden gescheiden door houtwallen. Deze wallen zijn rijk aan soorten van flora en fauna.
Eesveense hooilanden Ten noorden van Steenwijk, aan de noordkant van de A32. Van belang voor waterberging. Het gebied is aangewezen als "nee-tenzij-gebied". Toch wil men (projectontwikkelaars) er een golfbaan realiseren. Een jaarlijkse oefening met waterberging zou het probleem moeten oplossen.
Steenwijker kampEen in het Saalien (op een na laatste ijstijd) door het ijs opgestuwde boogvormige zandwal.
Steenwijker Aa: Uit de :STENTOR(27-12-06):"Ecologische verbinding onderzocht
De gemeenten Steenwijkerland en Westerveld, Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer, Waterschap Reest en Wieden en de provincies Overijssel en Drenthe hebben als eerste in Nederland onderzoek gedaan naar de meerwaarde van een robuuste ecologische (natuurlijke) verbindingszone. Deze verbindingszones zijn door het Rijk aangewezen in de nota ‘Ruimte’. Wethouder André van de Nadort van Steenwijkerland neemt morgen in Frederiksoord het rapport ‘Van Wold naar Weerribben’ namens deze partijen in
ontvangst. Om het netwerk tussen de belangrijkste natuurgebieden van de Ecologische Hoofdstructuur te garanderen, zijn enkele robuuste verbindingszones aangewezen. De zogeheten ‘Natte As’ is er een van. Onderdeel hiervan is de verbinding langs de Vledder Aa en Steenwijker Aa, die Nationaal Park Het Drents-Friese Wold verbindt met het laagveenmoeras in Nationaal Park De Weerribben. Het verschil met een ‘gewone’ ecologische verbinding is dat de robuuste versie niet alleen bedoeld is voor bepaalde dieren, maar voor hele ecosystemen. Gemeenten, provincies, waterschap en natuurbeheerders hebben zich de vraag gesteld of ontwikkeling van deze zone potenties biedt voor andere functies, zoals waterberging, recreatie of woonkwaliteit. De zone krijgt vorm via een doorgaande verbinding langs de Vledder Aa en Steenwijker Aa (het lint), waarlangs als kralen aan een snoer grotere leefgebieden liggen. In het beekdal van het Drents-Friese Wold tot aan Steenwijk kan het stroombed worden verbreed en de beek weer gaan meanderen. Er is ruimte voor waterberging, natuurontwikkeling en recreatief medegebruik. Door de stad moet optimaal gebruik worden gemaakt van de bestaande ruimte. De beschikbare ruimte is voldoende, maar vergt een nieuwe, meer ecologische inrichting en groene oevers. En voegt daarmee nieuwe kwaliteiten toe aan de stad. Van de stad naar De Weerribben volgt de zone het kanaal Steenwijk-Ossenzijl. De noordelijke kade wordt geslecht en het water krijgt er vrij spel. Op deze manier ontstaat een oever die op natuurlijke wijze licht glooiend oploopt naar het hoger gelegen houtwallenlandschap.
Aantrekkelijk
Niet alleen in ecologisch opzicht is er winst te behalen. De ontwikkeling van de robuuste verbindingszone versterkt de landschappelijke diversiteit en cultuurhistorische identiteit van het gebied. Het verleggen van de kades biedt ruimte voor waterberging en de waterkwaliteit verbetert door natuurontwikkeling. Er ontstaat een goed netwerk van aantrekkelijke routes voor recreanten en bewoners.



Deze webstek wordt gemaakt door Anneke de Vries. Voor vragen, opmerkingen, suggesties enz.: anneke.dvrs@gmail.com